Breinplasticiteit
We hebben verschillende soorten geheugen, één waarmee we heel kort iets kunnen onthouden, het kortetermijngeheugen. En een geheugen waarin je informatie langer opslaat, het langetermijngeheugen. Ook heb je een zintuiglijk geheugen dat maar een paar seconden informatie vasthoudt.
In het langetermijngeheugen sla je herinneringen uit je persoonlijke leven op, en kennis van hoe dingen werken, bijvoorbeeld dat een stoel er is om op te zitten en een tafel om op te staan (oeps). En hoe je bewegingen kunt uitvoeren zonder erbij na te denken, zoals fietsen of gitaarspelen.
Als het niet lukt de informatie uit je kortetermijngeheugen op te slaan in je langetermijngeheugen, dan gaat de informatie verloren. Het woord 'NDFSRS' ben je zo weer vergeten maar de namen van je vroegere buren, kun je met een beetje moeite wel weer noemen.
Plasticiteit, of neuroplasticiteit betekent dat het brein levenslang in staat is neurale paden te reorganiseren op basis van nieuwe ervaringen. Terwijl we leren, verwerven we nieuwe kennis door vaardigheden en ervaringen. Om een feit of vaardigheid te leren of te onthouden, moeten er aanhoudende functionele veranderingen in het brein plaatsvinden die de nieuwe kennis representeren. De mogelijkheid van het brein om door leren te veranderen wordt neuroplasticiteit genoemd.
Hoe verandert het brein dan door te leren? Wetenschapper denken dat de interne structuur van neuronen veranderen, het meest in het gebied van de synapsen. En dat het aantal synapsen tussen neuronen groeit.
Hierdoor worden de verbindingen tussen neuronen beter, waardoor een boodschap zich gemakkelijker langs een bepaalde route door het netwerk van neuronen kan verplaatsen. Een volgende keer wanneer je neuronen een boodschap langs dit pad willen versturen is het pad al gebaand en kan de boodschap nog gemakkelijker verstuurd worden. Er heeft zich als het ware een geheugenspoor gevormd.